
Interview uit Haarlems Dagblad
Hakim Traïdia
Tekst: Jan Pieterse
‘IK LEEF VAN MIJN FANTASIE’
Hakim tekent is zijn voorstelling ‘Kauwgom’ een mannetje. Zodra hij, na de dikke wenkbrauwen, de baard schetst, klinkt vanuit de zaal: jaaaaah! Mohammed! Hij is verbaasd dat ze zijn opa
herkennen, want die is het en die heet Mohammed.
In zijn tweede voorstelling voor volwassenen tekent de Haarlemse theatermaker de personages uit zijn verhaal. ‘Fred Florusse, mijn regisseur, zag me tekeningen maken voor een boekje en vond dat ik dat ook op het podium moest doen.’ Bang voor ‘Deense toestanden’ is hij niet. Daarvoor is hij teveel een beschouwer. ‘Ik kan me voorstellen dat moslims beledigd zijn vanwege die Deense cartoons, maar om dan alles in brand te steken, begrijp ik niet. Ik ben zelf niet zo met geloof bezig, maar wel gelovig. Als het me uitkomt, op even dagen wel en oneven dagen niet,’ gniffelt hij. ‘Nee hoor, diep in mij geloof ik dat er iets is. Ik kan me thuisvoelen in een moskee, maar ook in een kerk of een synagoge of een kroeg. Ik geloof daarin als magie, net als een kind eraan wil vasthouden dat Sinterklaas bestaat. Het doet mij iedere keer weer pijn als Sinterklaas zich bij een bedrijfsfeestje achteraf met een gewone stem voorstelt als ‘Kees van de distributie’. Ik zou het jammer vinden als er geen geloven meer zijn. Ik hou van al die verschillen, net als van de verschillen in kleur en taal. Als we niet oppassen gaan we naar een soort uniformiteit die ons kapot maakt.’
Nederland is wel veranderd de laatste jaren, vindt Hakim. ‘Ik kwam hier in 1979 vanuit Algerije. Als je toen aan een politieman vroeg waar je een joint kon halen, zei hij: Dáár! Maar die is niet zo goed. Je kunt beter de coffeeshop verderop nemen, daar hebben ze beter spul. Zo was het wel, of praat ik nu als oude mensen?’ Verder filosoferend signaleert hij een soort opportunisme, individualisme en veramerikanisering van de maatschappij en noemt dat bekrompenheid. ‘Die was er natuurlijk altijd al, maar die kwam er pas goed tevoorschijn toen Pim Fortuyn als een soort omgekeerde Hansje Brinker zijn vinger uit de dijk trok. Natuurlijk moet je het volk laten zeggen was het wil, maar de massa wordt snel hysterisch. Echt waar. De meerderheid kijkt naar Talpa en RTL4 en al die dingen, dus dát is eigenlijk het volk. Dan heb ik toch liever dat grote denkers het land besturen. Als daar dan een klootzak bijzit, komt het volk vanzelf wel in opstand. Ook de televisie maakt alles erger. Mensen hebben altijd elkaar afgemaakt, maar door de televisie krijgen we het idee dat het veel meer gebeurt.’
Hakim zette voet op Nederlandse bodem als mimer, terwijl hij toch vooral een man van het woord is. ‘Ik ben mimer geworden omdat ik de taal niet sprak. Maar ik kom uit een orale traditie en ben een echte verteller. Een paar mensen hebben me beïnvloed, de Fransman Pierre Desproges is mijn favoriet en hier in Nederland is Toon Hermans de opperverteller. Toen ik hier pas was en nog geen woord Nederlands sprak, bleef ik toch ademloos naar hem kijken. Hoe hij op het podium stond en niks deed! Die timing van zijn grappen!’
Hakim voelt zich op het toneel als een vis in het water. ‘Het is alsof je in een zwembad met koud water stapt. Zodra je er door bent, is het heerlijk rondzwemmen. Ja, je kunt ook verdrinken, dan roep je: help, ik kan niet zwemmen! En dan roept de zaal terug: wij ook niet! En dan verdrink je.’
De kinderen die hem kennen van Sesamstraat goeiden mee en dus speelt hij nu ook voor volwassenen. Heel veel verschil ziet hij niet. ‘Kinderen lopen weg als het niet goed is, maar dat is logisch, die hebben niet zelf betaald. Zodra je volwassenen te pakken hebt, worden ze als kinderen, dan gaan ze mee in de illusie en kun je ze helemaal sturen. Maar voor klein en groot geldt: de fantasie is onze redding. Ik leef van mijn fantasie.’
In “Kauwgom” vertelt, mimet en tekent Hakim over toevallige ontmoetingen en over vriendschappen. ‘De personage die de hele voorstelling met me meereist zegt het zo: er zijn geen vrienden, er zijn alleen momenten van vriendschap. En “Kauwgom” gaat ook over mijn kind.’ Want helemaal zonder kinderen kan Hakim ook weer niet. Samen met Inci Pamuk van het cabarettrio Hassans Angels, heeft hij sinds kort een kleine Hakim.
Hij grijnst: ‘Ik dacht ik ga in het theater voor volwassenen spelen, komt er thuis een kind bij. Ik ben gedoemd tot kinderen.’