
Interview uit Haarlems Dagblad met
Kees van Amstel
Tekst: Jan Pieterse
De cabaretier Kees van Amstel werd geboren in Haarlem. “Maar ze hebben me de volgende dag al naar Zandvoort gebracht.” Daar groeide hij op en woont er tot op de dag van vandaag, een ‘uitstapje’ tussendoor naar Amsterdam daar gelaten.
Van Amstel werd leraar en werkte tot vorig jaar met veel plezier in het onderwijs. Nu is hij full-time cabaretier. Samen met collega Rob Urgert, bekend van de televisie programma’s Onder de tram enTussen de oren , speelt hij de voorstelling Hoe word ik gelukkiger dan mijn buurman zonder al het veel kost. De cabaretiers hadden het een beetje gehad met korte titels als Sop, Bitter of Kaas.
Op zijn achtendertigste werd de standup comedian in Van Amstel wakker. ,,Door een verbroken relatie was ik ongelukkig en dacht: ik moet iets raars doen in mijn leven. In het buitenland had ik standup comedy gezien en dat was écht een openbaring. Zo’n man die met grappen vierhonderd dronken Engelsen in bedwang houdt. Die rauwe vorm beviel me. Het was een beetje punk.”
Na een paar optredens op open podia van Amsterdamse comedy-clubs, kreeg hij het advies auditie te doen bij de Comedy Train. En hij werd aangenomen. ,,Ik had een tekstje waarin ik alle frustratie over mijn verbroken relatie eruit gooide, dus het was meer therapie dan optreden. Maar ik viel op als knakker van achtendertig tussen die mensen van begin twintig. Daar zat ik dan in een busje om ‘s avonds in de kroegen te stand uppen. Mijn eerste Comedy-train optreden was met Jan Jaap van de Wal en Eric van Sauers. Het liep dun m’n sokken in. Maar het ging goed omdat ik een nét iets andere humor en persoonlijkheid had.”
Sinds die tijd ging het voor de wind. Van Amstel werd gevraagd als tekstschrijver voor Spijkers met Koppen , Dit was het nieuws en Koefnoen. De overstap van standup comedy naar cabaret begon met een tegenvaller. Van Amstel deed mee aan het Leids Cabaretfestival, waar de zaal hem al in de finale dacht, maar de jury anders besliste.
Toch ging Van Amstel als solist de theaters in. ,,Dat vond ik nogal alleen. Daar stond ik dan ‘s nacht weer in m’n eentje ergens in het land bij een benzinestation. Dus dacht ik op een keer: ik wil iets met z’n tweeën doen. En het wonderlijke was: ik dácht het en vijf minuten later belt Rob Urgert: zullen we iets samen doen?”
Van Amstel is er inmiddels achter dat de twee podiumkunsten die hij beoefend nogal verschillen. ,,Cabaret is karate: eerst mooie vormen leren en uiteindelijk ga je nog eens vechten. Standup comedy is kickboxen: hard, zo snel mogelijk scoren, anders verlies je. Het is het mooiste, als je het allebei kan. Het komt er op neer dat cabaret andere eisen stelt dan stand up. ,,Het moet een mooie voorstelling zijn met een lijn er in. De buitenlaag van ons programma is een cursus over geluk en daar doorheen stuiteren onze eigen persoonlijke twijfels en moeilijkheden. Rob heeft een gezin en kinderen en ik leef er maar een beetje op los. We vergelijken onze levens met elkaar. Ik zit nu in een periode dat mijn vrienden kinderen hebben. Zaterdagavond sta ik tussen allemaal jongeren die de helft van mijn leeftijd zijn. Dat soort dingen spelen we in het programma tegen elkaar uit.
Ik reis veel en vind dát het leven, Rob noemt het leegte. Hij zegt dat hij leeft omdat hij kinderen heeft, maar ik zeg dat hij wórdt geleefd. Door onze samenwerking word het persoonlijker. Je gaat als duo verder dan alleen. We hebben ook wat zwaardere thema’s, maar ik beloof je dat we er ook grappen over maken.”