
CABARETIERS NA DE PRIJS
Ieder jaar komen er van de diverse Cabaretfestivals vele nieuwe cabaretiers. Voordat die geheel op eigen benen met hun eerste avondvullende programma de theaters ingaan, spelen ze in diverse combinatie-voorstellingen, zoals festivaltours, dubbelprogramma’s, comedy-optredens en de inmiddels 25-jarige Cabarestafette.
In de begintijd was het cabaret-aanbod nog overzichtelijk, maar deze theatertak is uitgegroeid tot grote proporties. Tijdens die groei zijn er discussies geweest, met vragen als: Moet cabaret maatschappij-kritisch zijn? Mogen mensen met een theateropleiding meedoen aan festivals? Is stand-up comedy ook cabaret? Zijn er wel grappige vrouwen? Is dat cabaret of toneel? Is dat cabaret of muziektheater? Is dat een cabaretier of een komiek? En toen we net alles een beetje in hokjes dachten te hebben, kwamen de allochtone cabaretiers met nieuwe invalshoeken én de Belgen met hun vaak absurde humor.
Dus doet nu iedereen gewoon wat hij of zij wil doen, waardoor het één grote smeltkroes is geworden die we voor het gemak ‘cabaret’ noemen. Want, om het in goed Nederlands te zeggen: what’s in the name?!
Alles en iedereen functioneert naast of met elkaar in het theater, hetgeen leidt tot een rijk aanbod en een ruime keuze voor het publiek.
Maarten Ebbers – Laat mij maar zitten
WAAROM CABARET?
Dat is toch de gretigheid om mensen aan het lachen te maken. Ik zei altijd dat ik gitaarleraar wilde worden, maar ik dacht stiekem aan gitaar-rockster! Ik zie dat nu als mijn eerste grap.
OPLEIDING?
Vanuit Edam ben ik naar Amsterdam vertrokken om een opleiding te volgen voor theatermaker. Dat was heel breed, ik leerde alle facetten van het vak. Uiteindelijk volg je dan je voorkeur en krijgt je een eigen vorm.
VOORBEELDEN?
André Manuel vind ik geweldig en Kees Torn ook. Cabaretiers die ik interessant vind, hebben een lange adem, het gaat niet van grap-grap-grap. Het mag van mij schuren en poëtisch zijn.
VORM EN INHOUD?
Noem het maar fictief autobiografisch, bedenk ik net.
Er wordt een draai aan de realiteit geven, waardoor je een absurde situatie krijgt met een herkenbare emotie of een dilemma. Als ik dat omschrijf blijft het altijd héél lang stil. Dus ik heb de magie van het theater echt wel nodig.
FESTIVAL?
Op het Leids Cabaretfestival won ik in 2009 de jury- en publieksprijs.
Als het publiek niet meegaat in mijn absurde verhaal, heb je meteen een achterstand. Maar als ze wél meegaan, zoals op dat festival, kom je met z’n allen op de meest krankzinnige en verrassende plekken terecht. Als je dan hoort fluisteren dat je een aanwinst bent voor het cabaret, is dat heel prettig.
QUOTE?
Ik weet nooit of het kwaad kan als je je materiaal bloot geeft in een interview of op You Tube. Maar daar komt ie: Ik vertel in mijn programma dat ik niet snap waarom mensen sommige dingen doen. Zoals een hele stoet motorrijders op de snelweg, die allemaal dezelfde kant op rijden. Dan denk ik: Jongens, huur toch effe een busje!
JOUW MOMENT?
Dan moet ik aan een grote zaal-optreden denken tijdens een gezamenlijk optreden. Als er zo’n 800 mensen zitten die allemaal meegaan, dan knalt het en ga je echt vliegen. Net als tijdens die finale in Leiden. Dan wordt het optreden surfen op de lach.
COLLEGA’S?
Ik ken mensen vanuit de opleiding en heb bij de cabaretière Nina de la Croix gitaar gespeeld. Met Stefan Pop heb ik in de finaletour van het Leids Cabaretfestival gespeeld, dat was superleuk. Net als het meedraaien in de Cabarestafette, waar je veel collega’s tegenkomt.
AMBITIE?
Die hou ik beperkt, want als je dat uitspreekt moet je ze ook waarmaken. Alleen De Kleine Komedie is wel een droom. Daar stond ik al eens in een gecombineerde voorstelling. Maar ik heb ook een kleine ambitie. Ik denk erover om op een zomerfestival fluisterliedjes te gaan zingen in een tentje. Met een hoofdkussen op mijn schoot, zodat twee mensen naast elkaar kunnen liggen en ik één liedje fluisterliedje voor ze speel. Of hardrock natuurlijk!
WAAROM MOETEN WE NAAR MAARTEN EBBERS?
Dan heb je wat te doen, anders zit je maar thuis. Zelf zou ik afbellen, maar ik heb natuurlijk ook mijn mobiele nummer.
Nee, ik denk dat mijn impresariaat veel beter is in het verkopen van mij. Iets van ‘boeiende verteller’, ‘niet voorspelbaar’en ‘intieme voorstelling’. Dus bij Carré denk ik toch voorlopig aan de foyer na afloop van een andere voorstelling.
Speellijst: www.maartenebbers.nl