
Interview uit Haarlems Dagblad
Sanne Wallis de Vries
Tekst: Jan Pieterse
SANNE WALLIS DE VRIES over DE VROUW IN AL HAAR VERSCHIJNINGSVORMEN
In haar theaterprogramma Kaka Passa voert Sanne Wallis de Vries vrouwen op van verschillende leeftijden, van twintigers tot tachtigers. “De vrouw in al haar verschijningsvormen. Die van rond de twintig vond ik het leukst om te spelen, maar die van zestig begint haar een beetje in te halen. De dertiger ben ik natuurlijk zelf en daar zijn er twee van: een mét en een zónder kinderen.”
Kaka Passa (vrij vertaald: shit happens) is gebaseerd op persoonlijke verhalen en daarom duiken ook de kinderen van Wallis de Vries op in het verhaal. Dat leverde de cabaretière een kritiek op met de kop ‘mamacabaret’. Ze kan zich er nóg over opwinden. ,,Ik begrijp niet wat het probleem is. In mijn vorige programma’s is het moederschap vrijwel onbesproken gebleven en nu is het bewust een rode draad. Bovendien gaat het over heel veel meer dan alleen kinderen. Maar de meeste andere recensenten waren positief. Die hebben wel goed opgelet en de structuur van de voorstelling en de verhaallijnen goed begrepen.”
Sanne Wallis de Vries maakte Kaka Passa zonder haar coach Selma Susanna, met wie ze altijd werkte. ,,Zij riep al na het eerste programma dat ik steeds met iemand anders moet werken. Dan zei ik ja-ja-ja en belde haar toch weer op. Het vorige programma Best was een goede afsluiter, de kroon op ons werk.
Daarna had ik zin om iets nieuws te maken en ik zag het al voor me: een vertelling zonder pauze, geregisseerd door een man die het verhaal goed in de gaten houdt.” Die man werd Geert Lageveen, die als cabaret-regisseur ervaring had met Veldhuis en Kemper. ,,Het verschil met Selma was dat hij mij bijna niet kende. Hij stelde vragen over mijn leven en ik ging vertellen. Ik had nooit zo autobiografische gewerkt.
Dat was even zoeken, want ik zal nooit op een dagboekachtige manier over mezelf vertellen. Ik zoek altijd naar een link met de tijd waarin we leven. En ik maak de verhalen groter en anders en raarder dan ze zijn.
Als ik tijdens repetities vertelde, herinnerde ik me dingen die ik al lang vergeten was. Dat vond Geert interessant. Zo is bijvoorbeeld een verhaal ontstaan over de volgspot. Die bediende ik ooit bij de Opera en daardoor hoorde ik elke avond de geschiedenis van Orpheus. In die tijd heb ik ook geleerd dat je respect moet hebben voor de technici. Die operazangers zagen tijdens de soundcheck niet eens dat ik als technicus op het podium zat te werken op mijn knieën. Dan voelde ik de laarzen langs me zwiepen, als een soort Assepoester. Toen dacht ik: als ik ooit beroemd word, ga ik dat heel anders doen.”
Weliswaar lag bij dit programma de nadruk op het schrijven en vertellen, maar de karakteristieke dansjes van Sanne Wallis de Vries zijn niet helemaal verdwenen. “Ik heb er toch ook weer rare bewegingsdingen in weten te krijgen. Dat moet wel, thuis mag ik niet dansen. Dan hoor ik van mijn dochter: néééé, hou op! Dat herken ik wel, mijn moeder ging altijd huppelen bij een draaiorgel. Afschúwelijk! Je moeder moet gewoon normaal doen!”