
CABARETIERS NA DE PRIJS
Ieder jaar komen er van de diverse
Cabaretfestivals vele nieuwe cabaretiers. Voordat die geheel op eigen benen met hun eerste avondvullende programma de theaters ingaan, spelen ze in diverse combinatie-voorstellingen, zoals festivaltours, dubbelprogramma’s, comedy-optredens en de inmiddels 25-jarige Cabarestafette.
In de begintijd was het cabaret-aanbod nog overzichtelijk, maar deze theatertak is uitgegroeid tot grote proporties. Tijdens die groei zijn er discussies geweest, met vragen als: Moet cabaret maatschappij-kritisch zijn? Mogen mensen met een theateropleiding meedoen aan festivals? Is stand-up comedy ook cabaret? Zijn er wel grappige vrouwen? Is dat cabaret of toneel? Is dat cabaret of muziektheater? Is dat een cabaretier of een komiek? En toen we net alles een beetje in hokjes dachten te hebben, kwamen de allochtone cabaretiers met nieuwe invalshoeken én de Belgen met hun vaak absurde humor.
Dus doet nu iedereen gewoon wat hij of zij wil doen, waardoor het één grote smeltkroes is geworden die we voor het gemak ‘cabaret’ noemen. Want, om het in goed Nederlands te zeggen: what’s in the name?!
Alles en iedereen functioneert naast of met elkaar in het theater, hetgeen leidt tot een rijk aanbod en een ruime keuze voor het publiek.
Yora Rienstra – Aan jou heeft het niet gelegen
WAAROM CABARET?
Door Brigitte Kaandorp! Ik zat op de filmacademie in Denemarken en wilde af en toe Nederlands horen. Ik heb de cd’s Kunst & Vliegwerk helemaal grijs gedraaid. Daar heb ik écht elke keer weer vreselijk hard om gelachen.
OPLEIDING?
Al toen ik negentien was wilde ik naar de Kleinkunstacademie, maar ze vonden me te jong. Wás ik ook, tijdens de audities zat ik erbij als een muurbloempje. Ik durfde niks. Als plan B ging ik naar de filmacademie, maar later ben ik toch aangenomen op de Kleinkunstacademie.
VOORBEELDEN?
Kaandorp was dus echt een voorbeeld. Ik was altijd wel bezig op de piano, maar zij was de eerste bij wie ik dacht: oh zoiets!
En Annie M.G. Schmidt, daar ben ik mee opgegroeid. Met Jip en Janneke, maar later ook met de radioprogramma’s die zij had geschreven.
VORM EN INHOUD?
Muzikaal cabaret en toneelmatig. Er komen types langs, maar als mezelf vertel ik ook verhalen en zing ik liedjes. Dus een beetje ‘n mengelmoes. Het is een originele inhoud in een traditionele vorm. Dit is wat ik leuk vind en ik wil niet vernieuwen om het vernieuwen.
FESTIVAL?
Op het Amsterdams Kleinkunst Festival in 2009 won ik de jury- en publieksprijs. Gelukkig ook die publieksprijs. Eerst maakte dat me niet zoveel uit, maar later is dat stiekem heel fijn. Want je speelt toch vaker voor een publiek dan voor een jury.
QUOTE?
,Ga ík even lekker mijn boek uitlezen!’ Die zin komt steeds terug in mijn programma als een vrouw het gesprek met haar man beëindigt. Zo’n gesprek begint goed, maar loopt altijd af in de sfeer van: ,Weet je wat, ga jij maar even lekker naar de kroeg, ga ík even lekker mijn boek uit lezen!’
JOUW MOMENT?
Niet per se leuk. Een zaal die een half uur lang doodstil is. Op het festival ging het publiek helemaal uit z’n dak. Maar dan kom je met precies hetzelfde op neutraal terrein voor een grote zaal tijdens de Cabarestafette. Ik merkte het meteen, maar bleef star mijn eigen dingetje doen. Toen wist ik nog niet hoe je als jezelf op het podium moet staan.
COLLEGA’S?
Anne van Veen is een goede vriendin van de opleiding. Bas Hoeflaak van Droog Brood kan ik aanspreken voor adviezen en Daniël Samkalden, Niels van der Laan en Jeroen Woe ken ik ook van de Amsterdamse Kleinkunstacademie.
Later leerde ik ook mensen van de Koningtheater Academie uit Den Bosch kennen, zoals Katinka Polderman en Nathalie Baartman. Toen zag ik het verschil in opleiding. Grof gezegd gaan wij meer uit van het materiaal en de vorm en zij meer van de persoon.
AMBITIE?
Na het Amsterdams Kleinkunst Festival waren alle ogen op me gericht, ik kwam zelfs bij Pauw & Witteman. De publiciteit ging sneller dan mijn programma. Daarom werd ik daarna nogal kritisch benaderd, maar dit is gewoon mijn éérste programma! Hallo zeg, ik wil wel de tijd krijgen om te ontwikkelen en te groeien. Er hangt vaak zo’n gulzig sfeertje om alles wat nieuw is.
Mijn ambitie is om niet mijn hele leven als een type op het toneel te staan, maar ook als mezelf. Dat is al aan het lukken. En mijn ambitie is ook om zó te gaan spelen in grote zalen dat het toch voelt als een huiskamer.
WAAROM MOETEN WE NAAR YORA RIENSTRA?
Omdat ik ook graag naar jullie toe kom, dus is het lullig als jullie dan niet komen opdagen. Ik vind het écht het leukste dat er is: naar een plek gaan waar je niemand kent, het podium opstapt en met een zaal iets gaat meemaken. Ik hou veel meer van spelen dan van maken. Als ik iets nieuws heb gemaakt wil ik het meteen uitproberen met publiek.
Speellijst:www.yorarienstra.nl